fietsroute
Er zijn meer gedichten te lezen, maar die liggen niet op loopafstand van deze gedichten. Veel informatie is ook te vinden in de rubriek: gedichten en over dichters.
Deze gedichten die wat verder weg liggen nodigen samen met een aantal gedichten uit de wandelroute uit tot een mooi fietstochtje langs de volgende locaties:
zie bij: PLATTEGRONDEN voor een plattegrond van de fietsroute.
De afstand van T t/m A is 6,7 km
De afstand tussen A t/m R is 1,4 km
De afstand tussen R t/m P is 4 km
De afstand tussen P en O is 2,8 km
De afstand tussen O en L via V, K en S is 4,8 km
T -
Fiets richting Wassenaarse Slag, Op korte afstand van de vleermuisbunker is aan de linkerhand in een golf van roestvrijstaal een gedicht weergegeven van Bram de Voogd (1931-2017). De eerste twee regels luiden:
'Langs de vloedlijn van mijn leven,
verstouwen zich heel veel vragen.'
Fiets vandaar terug richting Wassenaar. Steek bij het knooppunt bij Hotel Duinoord de weg over en neem het fietspad richting Katwijk.
M -
Bij de Dennenheuvel staat op een vlinderpaneel aan de linkerkant van de weg het gedicht ‘Weerzien’ van Boudewijn Büch (1948-2002).
De laatste twee regels luiden:
'Er zijn geen vlinders meer in Wassenaar;
overal staat Toegang die Verboden is.'
Fiets terug, steek over bij Hotel Duinoord en sla dan linksaf richting dorp. Sla na 1,5 km bij de Vleysmanlaan linksaf, neem de eerste zijweg links naar Van der Doeslaan en de Meijboomlaan. Op Meijboomlaan 1 was tot en met 2016 de NIAS gehuisvest.
N -
Op de muur van een van de gebouwen staat het gedicht ‘@NIAS’, van Maria van Daalen (1950). Omdat dit gedicht niet gerealiseerd is door de Stichting Poëzieroute Wassenaar en dit pand mogelijk gesloopt zal worden, treft u in deze bundel geen informatie aan over de dichter en locatie.
Fiets de Meijboomlaan verder tot het kruispunt met de Laan Rhemen van Rhemenshuizen, Sla daar rechtsaf en aan het eind rechtsaf naar de Bronckhorstlaan. Volg die tot de ventweg aan de linkerhand en neem de ventweg (Katwijkseweg) en fiets tot het parkeerterrein van Lentevreugd, een perceel van Staatsbosbeheer.
U -
Daar staat het gedicht ‘Voorjaar’ van Jan Paul Bresser (1941-2015) in een opengeslagen boek. In de regels de hoopvolle woorden:
'Zij zag dat uit de laatste sneeuw
het bloesemen begon.'
Fiets naar de Katwijkseweg, steek over en sla rechtsaf, volg het fietspad tot de rotonde en sla linksaf. De Katwijkseweg gaat over in de Van Zuylen van Nijeveltstraat. Sla na het Sophiekehuis rechtsaf de Berkheistraat in.
A -
Daar is aan de linkerkant op een oude tuinmuur een gedicht van Bill van der Meulen (1923-2006) in een herfstblad geschilderd dat begint met de regels:
'Vier uur met je vader praten,
bij het scheiden van de markt'.
Fiets terug naar de Van Zuylen van Neijeveltstraat en fiets naar nummer 202.
I -
Voor de ingang van ‘De Wassenaarse Krant’ ligt in een granieten tegeltableau, dat de vorm heeft van een dichtgevouwen krant, het gedicht van A. Marja (1917-1964) te lezen dat begint met de regels:
'Als ik ga schrijven is het al geboren:
het schrijven is het knippen van de streng'.
Steek de straat over richting centrum, fiets door de Johan de Wittstraat en ga bij de rotonde rechtdoor naar de Gravestraat.
G -
Op de muur van het molenhuisje zijn twee strofen geschilderd uit het gedicht ‘Panorama’ van Anthonie Donker (1902-1965). U leest hier de eerste twee regels:
'Denk niet dat alles tot een doel moet strekken,
want ook de vogels weten niet waarheen'.
H -
Tegenover staat op een paneel in de tuin van Herenweg 1 het gedicht ‘In memoriam Hendrik Elias Roodenburg etser’, van Jan Willem Schulte Nordholt (1929-1995).
Ook in dit gedicht gaat het over vergezichten, maar dan vergezichten van de ziel, want het gedicht eindigt met de regels:
'en met de plaat, de poetsdoek en het wiel
schiep hij de vergezichten van de ziel'.
Sla de Herenweg in en aan het eind linksaf naar de Hoflaan. Steek aan het eind de Prinsenweg over, naar links en ga naar de rotonde en sla rechtsaf naar de Lange Kerkdam.
Q -
Op nummer 46 is het gebouw van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB afdeling Wassenaar. In de voortuin staat in een paneel het gedicht ‘Zondagmorgen’ van Ida Gerhardt (1905-1997), dat eindigt met de regels:
Dit is de dag waarop de arbeid rust.
De handpalm is geopend naar het licht.
Fiets verder op de Lange Kerkdam en sla bij de Prinses Marielaan rechtsaf. Neem de eerste weg links, de Victorialaan. Sla aan het eind rechtsaf naar de Raadhuislaan. Voorbij raadhuis De Paauw maakt de weg een flauwe bocht naar links. Iets verder is aan de rechterhand een poort te zien waar aan de bovenkant ‘De Pauwhof’ staat.
R-
Rechts daarvan staat een bankje. Op de bovenkant van het bankje staat in het kalksteen de eerste strofe gegraveerd van het gedicht ‘Soms denk ik’ van Bauwke Zijlstra (1903-199). Omdat er slechts een strofe van dit gedicht gerealiseerd is kunt u hier het hele gedicht lezen, omdat het nergens meer vindbaar is.
SOMS DENK IK
Een mens
is
een
vaas
vol
gedachten
waarom
nog
schilderen?
zolders
kraken
musea
volgestouwd
maar
dan
is
er
een
stem
die zegt
door
te gaan
geef
een
vaas
vol
gedachten
in
kleuren
Fiets door richting Rijksstraatweg en sla af naar rechts. [ alternatieve fietsroute: Ga rechtsaf over de Rijksstraatweg na 1,4 km rechtsaf via de Rust en Vreugdlaan naar de Menkenlaan en de Van Ommerenlaan en na 0,9 km links naar de Houtlaan. Neem aan het eind de tunnel onder de Rijksstraatweg ] volg de Rijkkstraatweg tot de Houtlaan en neem de tunnel onder de Rijksstraatweg en fiets richting Het Kerkehout. Ga Het Kerkehout in; rechts is de begraafplaats Persijnhof.
P -
Op het plein bij de aula staat uitgesneden in een plaat cortenstaal het gedicht ‘Stil staan’ van Mieke van den Berg (1952), dat begint met de zinnen:
'Zouden In zilver, wit of goud
dagen hier niet genoemd zijn?'
Fiets terug naar de Rijksstraatweg en de Houtlaan, neem de bocht naar links. Volg de Laan van Hoogwolde, sla rechtsaf naar de Oud Wassenaarseweg en fiets door tot de Schouwweg. Sla rechtsaf en fiets tot aan het oorlogsmonument aan de rechterkant tegenover nummer 75.
O -
Daar is op de muur een paneel aangebracht met twee strofen uit het gedicht ‘Bij de gevallenen in Wassenaar’, van P.N. van Eyck (1887-1954), dat eindigt met de laatste regels:
'Zij fluistert dat wij niet vergeten
en dat we niet berusten mogen.'
Volg de Schouwweg en sla na circa 1,5 km bij de Ridderlaan rechtsaf, neem dan de tweede weg links, de Poortlaan, die uitkomt op het Burchtplein.
V-
Aan de rand van het plantsoen is het gedicht ‘Aan Paul Julien, 1940’ van Riet Raaphorst (1919-1946) gerealiseerd in de vorm van een globe. Halverwege het gedicht lezen we:
' je toch nog leven kan onder deze kleine Hollandse regen -
tussen onze kleine, gedempte huizen -'
Ga rechtdoor over het Burchtplein en sla rechtsaf de Hoflaan in, steek de Prinsenweg over en ga linksaf op de Prinsenweg. Sla na de tweede rotonde rechtsaf (Hofcampweg). Sla de eerste weg rechts, daar zie je de witte Messiaskerk. Op het kerkplein ziie je op een bronzen druppel het gedicht ‘Gloed’ van Jaap Zijlstra (1933- 2015), dat eindigt met de regels:
'een lied, soms rijpt het met de jaren
en glanst als water, gloeit als wijn'.
Neem tegenover de kerk de Paedtslaan, bocht naar links, de Fabritiuslaan. De eerste weg rechts is de Hofcampweg.
S -
Op nummer 3 hangt aan de tuinmuur van het Deijlerhof een paneel met het gedicht 'Welkom!' van Frans Buis (1944). Dat gedicht hangt aan de buitenkant van de tuinmuur, het is een gedicht dat nieuwsgierig maakt naar de Deijlerhof, de mooie binnentuin:
'U vindt achter deze deur
een hof met kleur en geur'.
In de hal van het Deijlerhuis hangt een schilderij met een gedicht van Sophia Boot (2009).
Steek over naar de Fabritiuslaan. Aan het eind is aan de linkerkant een park tussen de Clematislaan en Parklaan.
L -
Midden in het park staat een houtsculptuur met daarin het gedicht ‘Onder de bomen’ van Fetze Pijlman (1946). De zinnen zijn in een glasplaat gegraveerd, die tussen houten ‘armen’ rust en als het ware vertroosting kunnen geven, zoals blijkt uit een paar zinnen:
'Hun schaduw leggen ze
als een arm om je heen'